Rioolstelsels veranderen weinig. Als we er niets aan wijzigen blijven de putten en buizen hun hele levensduur op ongeveer dezelfde plaats liggen. In Rotterdam en omgeving zullen ze uiteindelijk wat lager liggen, maar in de stabiele zandgronden meer naar het oosten zal er weinig veranderd zijn.
Boven de grond is het anders. Verkeersintensiteiten veranderen en de wegen worden hierop aangepast. Woonwijken worden opnieuw ingericht, bedrijventerreinen gerevitaliseerd. Verhard oppervlak wordt afgekoppeld en nieuwe wijken worden aangesloten.
Ook veranderen de inzichten ten aanzien van wateroverlast, onder andere doordat veranderende neerslagpatronen (klimaatveranderingen) dwingen om eerder gemaakte keuzes te heroverwegen. Willen we vasthouden aan ‘1 maal per 2 jaar wateroverlast’ of accepteren we dat meer hevige buien zorgen voor vaker overlast?
Redenen genoeg om rioolstelsels van tijd tot tijd opnieuw onder de loep te nemen en te bekijken of ze nog voldoen aan de eisen die er nu aan gesteld worden. Geen herberekeningen uitvoeren omdat ‘de oude berekeningen al meer dan 5 jaar oud zijn’, maar wel als er duidelijk wijzigingen zijn in het aangesloten verhard oppervlak. Of als een heroverweging op zijn plaats is ten aanzien van het risico op wateroverlast (waarom eenzelfde herhalingsfrequentie hanteren voor een winkelcentrum als voor een bedrijventerrein?). In Nederland kiezen we meestal voor een berekening op basis van module C2100 van de Leidraad Riolering. Een goede manier om goed vergelijkbare berekeningen te krijgen. Een goede manier ook om herberekeningen op een controleerbare en reproduceerbare manier uit te voeren. Maar niet altijd de beste manier. Vaak is een eenvoudigere berekening al voldoende om de vragen te beantwoorden. Nadenken dus voordat je een heel model optuigt volgens de leidraad.
Inmiddels wordt er meer en meer gesproken over uitbreiding van de berekeningen met simulatie van de afstroming van het hemelwater over het wegoppervlak. De wegen worden dan als ‘waterlopen’ meegenomen in de modellering. In eerste instantie een logische gedachte en een volgende stap naar benadering van de werkelijkheid, maar volgens mij op dit moment een stap te ver. Simulatie van de stroming in de leidingen en putten van het stelsel blijkt al moeilijk af te stemmen op de praktijksituatie. Ik denk niet dat we ons moeten wagen aan simulatie van stroming over wegoppervlak als we de berekeningen van de stroming in de leidingen nog niet volledig in de vingers hebben. Daarnaast twijfel ik aan de toegevoegde waarde van de berekeningen. Als uit de rioolberekeningen blijkt waar het stelsel overbelast is dan is met enige lokale kennis en inzicht vrij eenvoudig in te schatten waar dit tot overlast zal leiden. Daar zijn geen moeilijke berekeningen voor nodig! Met expert judgement (in het Nederlands “boerenverstand”) kom je al een heel eind.
Samen eens kijken of herberekeningen zinvol zijn? En in welke vorm dat dan zou moeten? Neem contact met me op! Herberekeningen van kleinere stelsels kan ik voor u uit voeren. Grotere stelsels laat ik graag aan anderen over, maar ik kan wel zorgen voor een goede begeleiding en helpen bij de interpretatie van de uitkomsten.